- Cash aanhouden is handig om in te kunnen spelen op interessante beleggingskansen.
- Maar te veel cash op je beleggingsrekening is zonde: dat kost je geld en je loopt mogelijk rendement mis.
- Gespreid inleggen kan timingsfouten helpen voorkomen.
- Lees ook: 3 geopolitieke ontwikkelingen die aandelen, rentes, grondstofprijzen en de euro hard kunnen raken
Cash is king, wordt vaak gezegd. Het is slim om altijd wat geld aan de zijlijn te zetten om beleggingskansen te kunnen benutten.
Zeker als de beurs een flinke rit omhoog achter de rug heeft en aandelen relatief duur zijn, kun je beter wat achter de hand houden voor het moment dat de waarderingen aantrekkelijker zijn.
Maar wat is nu een goed bedrag om cash aan te houden, als je een beleggingsporteuille hebt?
Regel 1: beleg alleen met geld dat je kunt missen
De eerste regel bij beleggen is dat je alleen moet beleggen met geld dat je langere tijd kunt missen; liefst minimaal tien jaar. Je kunt dan bij een eventuele beurscrash het herstel afwachten. De geschiedenis wijst namelijk uit dat de aandelenbeurzen elke klap te boven komen, maar dat kan soms wel een tijd duren.
Zorg er dus allereerst voor dat je een buffer hebt die groot genoeg is om tegenslagen en verwachte kosten in de toekomst te kunnen betalen. Dit geld kun je het best op een spaarrekening zetten waar je altijd bij kunt. Je loopt hierover dan geen koersrisico.
Het geld dat overblijft kun je vervolgens inzetten om te beleggen. Hiervan kun je een deel tijdelijk cash aanhouden.
Regel 2: parkeer niet te weinig cash langs de zijlijn
Dat cashbedrag moet groot genoeg zijn om ook echt te kunnen investeren. Het is natuurlijk zonde als je kansen misloopt omdat het bedrag op je rekening ontoereikend is.
Daarnaast kun je met een cashpositie je beleggingsportefeuille beschermen tegen een koersdaling. Een nuance is hier wel op zijn plaats.
Met spaargeld heb je momenteel de zekerheid dat je hier per saldo op toelegt. Wie slim shopt kan nu zo’n 2,5 procent rente over zijn spaargeld krijgen. Dat is een stuk meer dan enkele jaren geleden, maar als je dit bedrag corrigeert voor inflatie (momenteel 4,6 procent in Nederland) en eventuele vermogensrendementsheffing, kom je nog altijd in de min uit. Maar anders dan bij een belegging loop je niet het risico je volledige inleg kwijt te raken.
Regel 3: … maar ook niet teveel
Een te groot bedrag cash aanhouden is eveneens onverstandig. Ten eerste is spaargeld bij de huidige spaarrente dood geld.
Ten tweede loop je mogelijk rendement mis als je het geld niet aan het werk zet; een term die in de economie bekend staat als ‘opportuniteitskosten’. Over geld dat op een spaarrekening staat kun je immers geen koerswinsten of dividend opstrijken (bij aandelen) of een couponrente of koerswinst bij verkoop (bij obligaties).
Hoe hoog die opportuniteitskosten zijn, is lastig te berekenen, want je weet vooraf natuurlijk niet welk rendement je kunt maken en welke risico’s je loopt. Je kunt ook juist geld uitsparen door níet te beleggen, als het tegenzit op de beurs.
Maar op langere termijn leveren aandelen een gemiddeld rendement op van circa 5 procent per jaar, na aftrek van inflatie. Daar kan de 0,6 procent die je historisch gezien over je spaargeld krijgt natuurlijk niet tegenop.
Stel je hebt 10.000 euro waarmee je kunt beleggen en hebt een ETF (indextracker) op het oog waarop je naar verwachting een rendement van 5 procent per jaar behaalt.
Besluit je 1.000 euro cash aan te houden, dan heb je na een jaar een rendement behaald van 450 euro (over die 9.000 euro). Had je daarentegen het volle pond belegd, dan had je 50 euro meer gekregen.
Dat verschil loopt steeds verder op naarmate je het geld langer op de rekening zet, vanwege het rente-op-rente-effect. Immers, het rendement op je beleggingen kun je herinvesteren en daar ook weer rendement op maken.
Gaan we uit van een consistent rendement van 5 procent per jaar, dan is het verschil tussen volledig beleggen en 90 procent beleggen na vijf jaar opgelopen tot 1.276 euro en na tien jaar zelfs tot 1.629 euro.
Leg je grote bedragen langere tijd opzij, in plaats van het te beleggen, dan loop je dus het risico dat je beleggingsdoelen steeds verder uit zicht raken.
Er zijn trouwens ook brokers die een soort boete (inactivity fee) in rekening brengen als je langere tijd niet handelt. Ook dit is verstandig om in de gaten te houden.
Wat is de juiste balans?
Wat voor jou het ideale bedrag is om langs de zijlijn te parkeren, hangt af van verschillende factoren, zoals:
- de hoogte van de spaarrente: hoe hoger, hoe minder je verliest op je cashpositie
- je beleggingshorizon: hoe langer je de tijd hebt hoe meer risico je kunt lopen en hoe meer je dus aandelen kunt stoppen
- de risico’s die je bereid bent om te lopen: hoe meer risico-avers je bent, hoe comfortabeler het voelt om meer cash aan te houden.
Een globale richtlijn is minimaal 5 procent en maximaal 20 procent cash. Beleg je een deel van het geld in obligaties, dan kan dat percentage hoger zijn.
Bedenk wel dat het percentage cash kan dalen als de waarde van je beleggingsportefeuille toeneemt. Wil je ervoor zorgen dat je altijd genoeg geld achter de hand hebt, vul dan je spaarrekening aan als je cashpositie onder het door jou bepaalde percentage is gezakt.
Regel 4: probeer over je cash een beetje rendement te krijgen
Verwacht je geen beleggingskansen op langere termijn, dan is het verstandig om het geld tijdelijk in andere vermogenscategorieën te stoppen, zoals een spaarrekening, staatsobligaties of een spaardeposito.
De spaarrentes bij grootbanken zijn nog steeds erg laag, maar er zijn partijen die een hogere rente bieden, tot circa 2,5 procent.
Er zijn ook spaardeposito’s die inmiddels meer dan 4 procent rente uitkeren. Voorwaarde is wel dat je je geld langere tijd vastzet. Dat is wel een handicap als je het geld op elk gewenst moment zou willen kunnen opnemen als zich een interessante kans voordoet.
Er zijn brokers die rente uitkeren over je cashgeld
Verder zijn er enkele brokers die rente betalen over geld waarmee je niet belegt. Maar dat is geen vetpot.
Bij Saxo bijvoorbeeld krijg je over het saldo tot 10.000 euro helemaal niets uitgekeerd. Daarboven ontvang je wél rente. Dit tarief loopt stapsgewijs op, afhankelijk van het bedrag dat werkloos op je rekening staat.
Heb je 11.000 euro geparkeerd, dan krijg je over dat saldo momenteel 0,021 tot 0,026 procent rente. Bij 50.000 euro loopt dat op van 0,86 procent tot 1,06 procent, afhankelijk van het pakket dat je hebt: nog steeds minder dan bij een grootbank dus. De maximale rente die je bij Saxo kunt krijgen is momenteel 2,62 procent, maar dat krijg je pas bij een cashpositie vanaf 9 ton.
Hier gaan de maandelijkse vaste kosten nog van af. Bij lage bedragen schiet je hier weinig tot niets mee op.
Ook Bux keert rente uit. In tegenstelling tot Saxo geldt hier geen ondergrens. Elke klant ontvangt 2,5 procent rente per jaar over het niet-belegde cashsaldo.
Maar ook hier gaan nog de vaste maandelijks kosten van af: een service fee van 2,99 euro per maand. Heb je 2.000 euro op je rekening staan, dan ontvang je 50 euro rente per jaar. Na aftrek van de kosten (36 euro) blijft er dus slechts 14 euro over. Onder de 1.500 euro wordt het volledige rentebedrag opgesnoept door de kosten.
De moraal van het verhaal: of je nu kiest voor een spaarrekening of je geld wegzet bij een broker, reken je niet rijk.
Regel 5: Stap wel een keer in
Vroeger, toen je nog een hoge rente kreeg op je spaarrekening en de inflatie laag was, was wachten niet zo’n probleem. Maar nu is tijd geld.
Er zijn beleggers die niet durven in te stappen, omdat ze een crash afwachten. Wanneer die crash komt, is echter niet te voorspellen. Het kan soms jaren duren. Laat je je geld al die tijd op een spaarrekening verpieteren, dan loop je een behoorlijk rendement mis, dat per saldo misschien wel hoger is dan het verlies bij een beurscorrectie.
Heb je je voorgenomen om met een bepaald bedrag te gaan beleggen, wacht dan niet te lang met instappen. Bedenk dat het timen van de markt onmogelijk is. Doe je niets, dan ben je in feite net zo goed bezig met timen.
… dat kan ook gespreid
Ben je huiverig om grote bedragen ineens te beleggen – uit angst dat je nét op het verkeerde moment inkoopt - stap dan gespreid in; bijvoorbeeld elke maand met een vast bedrag. Er is dan weliswaar een kans dat je rendement misloopt, maar je voorkomt dat je met het volledige bedrag precies op de top instapt.